Een kerk met historie
De stroom bedevaartgangers die na de vinding van het beeldje omstreeks 1350 naar Oostrum trok werd zo groot, dat de kapel te klein werd en in 1400 vergroot moest worden. Er is in de daarna volgende jaren dikwijls aan de kapel gebouwd. Aanvankelijk is het zeer zeker de bedoeling geweest om ook een toren te bouwen aan de kapel. de aanzet daartoe is toen wel gegeven, maar verder dan het dak kwam men toen niet.
In 1873 werd aan de noordzijde van de kapel een portaal gebouwd. In 1888 werd de kapel onder de architectuur van Johannes Jorna, geheel gerestaureerd. in plaats van het afbouwen van de toren waarmee al een begin was gemaakt, is bij die restauratie een klein sierlijke spits torentje geplaatst.
In 1930 was er al weer sprake van dat het kerkje te klein was en eigenlijk uitgebreid diende te worden. De toenmalige rector Asselberghs ondernam de eerste stappen om plannen voor te bereiden voor uitbreiding of nieuwbouw. Er volgden vele gesprekken en vergaderingen. de plannen waren dat er een nieuwe kerk gebouwd zou gaan worden, maar dat de oude kapel daarbij zou moeten blijven bestaan. Er was echter een probleem: men had niet voldoende geld.
Vroeger mocht men geen zgn. parochiale diensten verlenen in de kapel. Voor doopsel, de eerste H.Communie, begrafenis, huwelijk etc. moesten de mensen naar de parochiekerk in Venray. De Oostrumse bevolking wilde toch graag een eigen parochie zodat ze voortaan voor alle diensten terech konden in hun eigen kerk. Daarvoor moest wel eerst toestemming gevraagd worden aan de Bisschop. Daarvoor moest men eerst een brief schrijven aan de parochies in de omgeving, indien er geen protest vanuit die andere parochies kwam kom er om toestemming gvraagd worden bij de Bisschop. Er was niemand die protesteerde en zo werd Oostrum in 1938 een parochie. De eerste pastoor werd pastoor Asselberghs. Vanaf die tijd konden de mensen van Oostrum, wanneer zij dat wilden, bijvoorbeeld trouwen in hun eigen kerk, of hun kinderen laten dopen.
Op 16 februari 1935 woedde er een storm over Noord-Limburg, die op vele plaatsen grote schade aanrichtte. Ook het kerkje in Oostrum moest het ontgelden. geschreven werd ‘De kerktoren van de Genadekapel te Oostrum kon de aanvechting ook niet weerstaan, hij ontwortelde al het ware ter hoogte van het klokkenwerk, zwenkte met den wind mee over het dak en viel tenslotte met donderend geraas neer aan de straatzijde. De gevallen toren , die ongeveer 50 jaar geleden werd gebouwd, betekent voor het rectoraat een schade van duizenden guldens’.
Het was logisch dat nu men toch herstelwerkzaamheden moest verrichten, men de eerdere plannen van de uitbreiding van de kerkruimte weer ging bekijken. er werd nu echter niet meer gesproken over nieuwbouw maar over uitbreiding. Besloten werd de zuidelijke muur door te breken en daar een nieuwe kerkruimte aan de bestaande kapel te bouwen. De Nijmeegse architect Coumans maakte hiervoor een plan waarbij hij er op lette dat het oude en het nieuwe mooi ineen zouden vloeien. Belangrijke punten daarbij waren:
– Zo verbouwen dat men ook lange tijd genoeg ruimte zou hebben opdat men niet over enkele jaren weer een verbouwing zou kunnen verwachten.
– zoveel mogelijk de historie bewaren en de traditie voortzetten;
-zorgen dat het bezoek van de bedevaartgangers en het dagelijkse kerkgebeuren goed zouden kunnen samen gaan.
Pastoor Asselberghs ging vervolgens aan de slag om de zaak financieel rond te krijgen. Door giften, een bijdrage van de gemeente, en een bijdrage van de Provincie kreeg men een startkapitaal bij elkaar. Voor de uitvoering van de plannen moest het rectoraatshuis dat in 1861 was gebouwd, worden afgebroken en door een nieuw worden vervangen. Uiteindelijk had men zoveel geld bij elkaar dat er gebouwd kon worden. De toren kon echter niet afgebouwd worden zoals gepland was.
Op 29 april 1936 waait de vlag boven de nieuwe kerk. De rector trakteert de werklui op broodjes met knakworst en daarna natuurlijk een borrel.
Enkele maanden later is de bouw klaar. Voordat de haan op de toren wordt geplaatst, gaat hij eerst versierd in optocht door het dorp. Op 26 augustus 1936 is de eerste Heilige Mis in de ‘nieuwe’ kerk.
En toen….kwam de oorlog
Op 9 augustus 1943 omsingelden 32 Duitse militairen de kerk. Zes ondergedoken Joden en Jodinnen worden door de pastoor Asselberghs in veiligheid gebracht onder de vloer van de sacristie. De commandant zei tegen de pastoor: “wenn wir was finden, werden Sie gehängt’. De pastoor antwoordde: “Liever niet natuurlijk’. Maar zo schrijft de pastoor later in zijn dagboek: ‘die Duitser heeft geen gevoel voor humor’. Vier bange jaren zou de oorlog duren.
In oktober 1944, wanneer de strijd rond Overloon in alle hevigheid wordt, moet ook Oostrum zijn tol betalen. Groot zijn de verwoestingen! De toren van de kerk wordt op 17 oktober 1944 opgeblazen en de pastorie wordt zwaar beschadigd. ook werden de prachtige glas-in-loodramen vernield. Deze ramen, die de zeven smarten van Maria voorstelden, waren ondanks waarschuwingen toch, in november 1940, nog geplaatst.
De bevrijding voor Oostrum kwam op 23 november 1944. in het dorp viel een groot aantal slachtoffers te betreuren. veel vertrouwds was verdwenen en kwam niet meer terug. Door Oostrumse militairen die na de gevechten van 1940 behouden zijn teruggekeerd, wordt uit dankbaarheid voor behouden terugkeer een gedenkplaat ter herinnering aan de kerk aangeboden.
Met de herbouw en het herstel van de materiële schade, werd begonnen in 1946. De herstelwerkzaamheden duurden enkele jaren. De kerkdiensten werden tijdelijk gehouden in het Boerenbondsgebouw aan de Trapstraat (de huidige Ooster Thienweg). de restauratie van het oude gedeelte van de kerk, de vroegere kapel, zou pas later in 1952 plaats kunnen vinden. En , wederom kreeg de kerk een nieuwe toren.
In 1965 werd een actie gehouden voor een nieuwe vloer in de kerk omdat er nog steeds enkel maar een betonnen vloer lag. Er kwam in ’66, dertig jaar na de bouw van de nieuwe kerk, een vloer van Noorse kwarsiet tegels.
Net als elk huis en ieder ander gebouw blijft het onderhoud van de kerk belangrijk. Zo zullen dus ook in de kerk altijd wel kleinere of grotere klussen nodig blijven. Een aantal hard werkende vrijwilligers neemt hierbij alle mogelijke kleinere werkzaamheden voor haar rekening. Poetsen van de kerk, verzorging van versieringen bij feesten, kleine herstelwerkzaamheden, verzorging van het buitenterrein etcetera. Hoewel de mensen niet meer zo vaak naar de kerk gaan als in vroegere tijden, blijft de kerk belangrijk voor Oostrum en haar bewoners.