Kasteel De Eikenhof

Posted on

De verzonken burcht Spraeland

Het is niet moeilijk te verklaren dat er om de Peel in de middeleeuwen wel een krans van kastelen (burchten) moest verrijzen. Immers zorgde de Peel voor een natuurlijke beveiliging, waardoor een aanval met krijgsgeweld er binnen onmogelijk was. Ook bood de streek een gunstige mogelijkheid voor de vestiging van horigen, terwijl het gebied voor landbouw en veefokkerij zich er rondom uitstrekte en er geen gebrek was aan jachtvelden, bossen en viswater.
De oudste bezitters waren de Vrije Heren van Spraeland, vermeld in de dertiende eeuw. Zij stammen af van het huis van Ooy, bij Nijmegen. Gerard van Ooy gaf zijn gebied in leen aan de Graaf van Gelder in 1257. In de 14e eeuw is het kasteel Spraeland door oorlogsgeweld, door zorgeloosheid of geldgebrek in verval geraakt.

De burcht Spraeland heeft gestaan op een afstand van een kleine tien minuten gaans van Oostrum. Die plek, een met eiken begroeide terp langs de Molenbeek heet sedert onheugelijke tijden Eikenhof. Veel geboomte is er de laatste veertig jaar verdwenen. Rondom de terp is het overblijfsel van de grachten nog te zien. Na dagen van regen staat er nog water in. Aan het einde van de 19e eeuw zijn er nog opgravingen gedaan, die niet veel opleverden.

Volksverhalen
Rond middernacht hoort men er nog steeds het geluid van spoken, die er dan flink tekeer gaan. De eiken kruinen slingeren en trillen, en piepen en klaagden ervan. Dat waren de geesten van de vrouwen uit de omgeving, die zich met de roofridders van Spraeland geregeld aan nachtelijke bacchanalen (woest drinkgelag) hadden overgegeven. Eens had een der vrouwen voorgesteld; de vrouw die het allerslechts zou kunnen zijn, zou de mooiste gouden schatten uit de roofbuit mogen uitkiezen. Dat werd aangenomen. Langs de Eikenhof liep immers een weg, een oude heerbaan, waarover de handelslieden met hun goederen trokken, deze werden door de roofridders van Spraeland overvallen en beroofd en vervolgens vaak in de diepe kelder geworpen. Maar op klokslag twaalf zonk plotseling de burcht weg in de diepte. Het helse getier bleef sedert iedere nacht opstijgen voor ieder die het horen kon.