Kerkhof
Het kerkhof in Oostrum is begin 20e eeuw aangelegd en heet Trans Cedron. Deze naam staat groot in het originele gietijzeren hekwerk die de ingang vormt van deze begraafplaats. Een letterlijke vertaling van de naam is ‘over de Cedron’. In het oude testament is beschreven dat het Joodse volk, nadat zij uit ballingschap kwam, de rivier de Cedron moesten oversteken om het beloofde land te bereiken. Dit is als beeldspraak gebruikt voor de entrée van de doden naar de hemel. Het is niet zeker of deze naam mede is ingegeven door het feit dat het kerkhof is aangelegd aan de overkant van de Oostrumse beek. Ook de pelgrims in Oostrum moesten namelijk een oversteek maken: het park lag namelijk aan de overzijde van de Molenbeek (later is de loop van de beek verlegd).
Na het passeren van de poort begint het kruiswegpark. Dit park was een element van de bedevaartplaats Oostrum. Het is een grasveld met elf kapellen en één grot. Elke kapel biedt onderdak aan een statie, en in en bij de grot zijn de 12e, 13e, en 14e statie afgebeeld.
Bij de 12e statie sterft Jezus aan het kruis. De 13e statie, Jezus ligt in de moederschoot, is een replica van de Piëta van Michelangelo waarvan het origineel zich bevindt in de Sint Pieterbasiliek in Rome. De 14e statie staat in de grot. Hier wordt jezus in het graf gelegd. Het graf wordt bewaakt door engelen. Deze engelen zijn in 2004 gerestaureerd.
De elf kapellen zijn omstreeks 1913 gebouwd en zijn grotendeels bekostigd uit schenkingen. De giften waren veelal afkomstig van pelgrims naar Kevelaer die onderweg ook Oostrum aandeden. De afbeeldingen in de kapellen zijn vervaardigd naar een ontwerp van A. Martens uit Venray. Het kruiswegpark fungeerde niet alleen als een plek van bezinning voor de bedevaartgangers, maar ook als plaats voor slotplechtigheden van processies.De kapellen hebben een gotische bouwstijl en zijn aan de buitenkant opgetrokken met rode baksteen en aan de binnenkant met gele baksteen. De penanten zijn afgedekt met sluitstenen van zandsteen en de daken zijn met leien gedekt.
Binnen staat een gipsen afbeelding van de statie centraal. Onder de afbeeldingen staan plateaus met gedecoreerde bloementegels in een groenachtig kleur. De kapellen worden afgesloten door een laag hekwerk van smeedijzer met een grote roos in het midden. Achter het kruiswegpark ligt de begraafplaats. Het was in die tijd gebruikelijk dat kerkhoven gesitueerd waren dichtbij de kerk, in het hof van de kerk. Voor een bedevaartplaats als Oostrum was dit anders omdat er mede voor de pelgrims processies werden gehouden van de kerk naar het kruiswegpark. Hier werd dan een Heilige Mis opgedragen op de grot om daarna in processie terug te keren naar de kerk. Een bijzonder monumentale plek in een van de Venrayse kerkdorpen.
Bovenstaande tekst is o.a. afkomstig van Stichting Venray Monumentaal en verscheen op 29 juli 2004 in het Nieuwsblad Peel en Maas
Het in 1909 gestichte KRUISWEGPARK “Trans Cedron” is gesitueerd aan de zuidoostzijde van de bebouwde kern van de bedevaartsplaats Oostrum op een perceel langs de Deurneseweg. Het park vormt een COMPLEX bestaande uit een GROT met Calvarieberg (complexonderdeel 1), 11 KAPELLEN met kruiswegstaties (complexonderdeel 2), en een TOEGANGSHEK (complexonderdeel 3)
Beschermd monument bij besluit van 26.10.2001, nr. RZ-2000-1865, van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ingevolge de Monumentenwet 1988 (Staatsblad 1988 nr. 638). Monumentnummer: 524004, Gemeente: Venray, Naam: Kruiswegpark Trans Cedron
Kruiswegpark
Het park werd in 1909 gesticht door rector Meijer ter ere van het jubileum van de kroning van het miraculeuze Mariabeeldje O.L.V. van Oostrum. De stichting in 1909 betrof aanvankelijk een eenvoudige aanleg met grot. In de jaren 1912-1916 werd het park ingevuld met statiekapellen. De statiekapellen vertonen de invloed van de neogotiek. De Grot, uitgevoerd in zgn. ‘rotseerwerk’, en de meeste cementstenen beelden zijn afkomstig van de Fa. P. Verbraak uit Tilburg. De kapellen zijn uitgevoerd door de aannemer/architect A. Martens uit Venray. De reliëfs in de kapellen worden toegeschreven aan Carl Walter
uit Trier. Het park vormt thans de entree naar de aan de zuidwestzijde van het park grenzende parochiebegraafplaats aangelegd in 1921. De begraafplaats wordt niet in de bescherming opgenomen. In 1990 is het kruiswegpark gerestaureerd.
Het kruiswegpark omvat een bijna driehoekig terrein tussen de uitbreiding van het dorp Oostrum en de provinciale weg, de Deurneseweg. In de smalle oostzijde bevindt zich aan de Meijerlaan de toegang tot het park, gemarkeerd door een ijzeren toegangshek. De aanleg bestaat uit een middengazon met onder andere enkele rododendronstruiken, waaromheen een ovaal onverhard pad. Aan dit pad liggen in lineair verband de 11 gelijkvormige kapellen. In de zuidwestelijke hoek is de grot gesitueerd. Tussen de kapellen en als randbeplanting ter begrenzing van het park staan monumentale eikenbomen en lage struiken en heesters waaronder rododendrons. De bakstenen statiekapellen vormen nissen waarin de reliëfs met scènes uit de Lijdensweg van Christus.
De route vangt aan bij het kruisbeeld op de Calvarieberg en voert dan in oostelijke richting langs de noordelijke kapellen met staties I t/m VI. De terugweg gaat langs de zuidelijke staties VII t/m XI in westelijke richting zodat men tenslotte weer bij de grot belandt alwaar uitbeelding van statie XII (Calvarieberg), XIII (Bewening) en XIV (Heilig Graf).
Waardering
Het KRUISWEGPARK ‘Trans Cedron’ is van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een culturele, geestelijke en typologische ontwikkeling. Kruiswegparken zijn vanaf het einde van de negentiende eeuw tot in de jaren dertig van de twintigste eeuw in Europa een bekend verschijnsel. Het park heeft architectuurhistorische waarde vanwege de fraaie uitvoering van de kapellen en het hekwerk met lichte Art Nouveau-ornamentiek en vanwege de opvallende gaafheid en compleetheid van de samenstellende onderdelen, waardoor het park zeldzaamheidswaarde bezit. Het park is van belang vanwege de typologie en iconografie van de grot, waarin drie scènes uit het lijden van Christus worden verbeeld. Het verlopen van de tijd in één voorstelling is kenmerkend voor deze categorie devotiewerken. Het park bezit ensemblewaarde als essentieel onderdeel van het bedevaartsoord Oostrum.