Mgr.Hanssen

Posted on


Jan Michel Joseph Antoon (Toon) Hanssen
Geboren: 20 augustus 1906 te Oostrum
Overleden: 25 juni 1958 te Nijmegen
Zoon van Peter Johannes Hanssen (landbouwer), en Maria Gertruda Hendrina Loonen

Toon Hanssen is geboren in 1906 in Oostrum. In 1914 verhuisde het gezin Hanssen naar Broekhuyzenvorst. Toon doorliep met uitstekend gevolg het gymnasium te Roermond. In 1930 werd hij na een verdere studie in Rolduc en op het grootseminarie te Roermond tot priester gewijd. Tot 1934 studeerde hij aan de Apollinaris, de pauselijke rechtshogeschool te Rome om in 1937 te promoveren op het proefschrift De sanctione nullitatis in processu canonico (Roma, 1939). Van 1934 tot 1947 doceerde Hanssen kerkelijk recht in het grootseminarie te Roermond. Tevens werd hij redacteur van Nederlandse Katholieke Stemmen en bestuurslid van een volkshogeschool, de R.K. Limburgse journalistenkring en de landelijke Katholieke Actie. In januari 1945 werd hij met vele stadgenoten naar Friesland geëvacueerd en werkte vanuit Drachstercompagnie tot eind juni in de zielzorg onder zijn lotgenoten. Hanssens benoeming tot co-adjutor van de bisschop van Roermond met recht van opvolging in 1947 verraste velen. De bisschopswijding geschiedde in de nood-kathedraal. Zijn wapenspreuk: ‘Vince in bono malum’ (Overwin het kwade door het goede), ontleende hij aan de Romeinenbrief (12:21).

Mgr. Hanssen werd op 5 april 1930 tot gewijd en studeerde daarna aan de pauselijke rechtshogeschool te Rome. Van 1934 tot 1947 doceerde hij Kerkelijk Recht aan het Grootsemenarie van Roermond. Op 26 juli 1947 werd hij coadjutor benoemd van zijn voorganger in het bisdom Roermond, Mgr.Lemmens. Tevens werd hij titulair bisschop benoemd van Birtha. Op 7 oktober 1947 werd hij bisschop gewijd. Begin 1958 werd hij bisschop van Roermond, maar overleed al op 25 juni 1958.

Sedert 1948 was hij emigratie-bisschop, de schakel tussen het Nederlandse episcopaat en anderzijds de vaderlandse emigratie-instanties en bisschoppen in de immigratie-landen. Hij reisde naar de V.S., Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Brazilië. Door zijn bemiddeling en baanbrekend werk werden priesters benoemd en geestelijke nazorg geschapen voor de emigranten. Met F. Féron, vicaris-generaal van zijn bisdom, ontwierp Hanssen het Mandement ‘De katholiek in het openbare leven van deze tijd’; in enigszins gematigde vorm vaardigde het Nederlandse episcopaat dit in 1954 uit (Katholiek Archief 9 (1954) 489-520). Het pleitte voor het behoud van de eigen katholieke organisaties. Maar het verbod van het lidmaatschap van NVV, VARA en PvdA wekte beroering bij katholieken en niet-katholieken; ook de boven-Moerdijkse bisschoppen waren er niet gelukkig mee. In opdracht van de Congregatie de Propaganda Fidei te Rome visiteerde Hanssen in 1956 de pas herstelde hiërarchieën in Denemarken, Noorwegen, Zweden, Finland en IJsland.

Toen bisschop J.H.G. Lemmens emeritus werd, bestuurde Hanssen vanaf nieuwjaar 1958 het bisdom Roermond. Hij zocht per dekenaat contact met zijn geestelijkheid; het lukte niet, zoals hij wenste. Binnen een halfjaar openbaarde zich een ongeneeslijke ziekte. Zijn manier van sterven in het academisch ziekenhuis te Nijmegen imponeerde menigeen.

Volgens eigen zeggen dankte Hanssen zijn religiositeit aan zijn vrome, reeds op elfjarige leeftijd verloren moeder. Hij was een typische Noord-Limburger, ijverig, energiek, sober, vasthoudend en trouw, maar hij kende les défauts de ses qualités. Improviseren, relativeren, humor en vlotte omgang met medemensen waren niet zijn sterkste zijden. Met grote intelligentie en eruditie kweet hij zich van zijn verantwoordelijke taken.

Bron: Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (I.N.G.)
Foto: Mathieu Koch, Archief Limburgse Land- en Tuinbouwbond.